Lode Laperre

Lode Laperre beëindigde de studie plastische kunsten eind jaren ’80 aan het Sint-Thomasinstituut te Brussel als laureaat en ontwikkelde nadien een eigen kenmerkende beeldtaal. Dit gebeurde zeer gestaag en resulteerde in een unieke stijl die ondanks de periodeverschillen heel herkenbaar is. Laperre onderzoekt op geheel eigen wijze de mogelijkheden van acrylverf op doek en speelt ook met het drogingsproces om tot verschillende texturen te komen.

Inge Braeckman omschrijft dit als volgt:

“Het fuseren van denken en doen geschiedt bij Lode Laperre op het podium van het doek, met de acrylverf als taal. Poreuze, lyrische abstracte beelden ontstaan, waarin beweging en tegenbeweging, vlekken, spatten, drippings, steeds weer uitmonden in een harmonieus en verrassend beeldverbond. Aan de hand van de principes van inductie en deductie – er wordt geschrapt, gekrast, weggesneden, weggewerkt, en toegevoegd – wordt het werk laag per laag, gestaag opgebouwd. “

In de periode 1990-1995 werd het jonge werk van Lode Laperre meermaals bekroond. Hij ontving o.a. de Nationale Prijs voor Schilderkunst Kulturama als laureaat (1990) en hield daarna een eerste opmerkelijke solotentoonstelling in Doornik, 1992. De schilderkundige uitdagingen mondden nadien uit in diverse tentoonstellingen, individueel of in groep.

Sinds eind de jaren 90 ontwikkelt zich een markante oriëntaals-occidentaals-gefuseerde beeldtaal. Die invloed kwam er dankzij diverse reizen in Azië en resulteerde in tentoonstellingen in Taiwan en Thailand.

Lode Laperres artistieke scope dijt naast schilderijen ook uit naar tekeningen en sculpturaal werk. Via de reeks Coprolites worden excreties uit schildersessies gereïncarneerd in verfplastieken. Deze fossiele uitwerpselen- al dan niet als installatie opgesteld- tonen dat de kunstenaar graag exploreert. Dit merk je ook aan zijn gewassen inkttekeningen op papier, die binnen datzelfde kunstzinnige streven kaderen.

Volgens de eerder geciteerde Braeckman is Lode Laperre een koorddanser die met verf laveert tussen toeval en controle, tussen zien en niet-zien, tussen onthullen en verbergen:

"Tegenstellingen en verschillende technieken worden innig met elkaar verbonden, in elkaar gehaakt, of uitgelijnd (soms zeer letterlijk) tot er een symbiotisch unisono ontstaat, dat als onverwisselbaar karakter, als vingerafdruk van het kunstwerk geldt."

website